Leesshot: mei 2015



Het was niet dat de droom niet was uitgekomen. Het bleek gewoon niet zo leuk te zijn.
Joris hield zijn schild voor de vlam uit het grote groene gat, haalde diep adem en kuste de draak. Poef! Daar was ze. Ze leefden nog lang en gelukkig.
“Niet”
"Wel”
“We zijn het nooit eens eens”
“Wel”
“Niet”
“Zie je wel”
"Huh?"
"Gewonnen"
Johan had niet geweten wat hij moest verwachten. De zoon keek hem aan. Zijn beladen vraag had Johan opgelucht. “Nee, ik ben niet je vader.”
Nog terwijl hij “Schoonheid!” riep, veranderde zijn verbazing haar hier te ontmoeten in besef dat hij zich vergiste. Het werd een bijzonder gesprek.
Zilt, mooi woord, ze speelde ermee op haar tong. Het wond haar op. Toch was het ook de smaak van naderend bederf en proefde ze tranen.
"Dat zien we morgen dan wel weer." Eva wist niet waarvoor ze banger was: dat het echt de laatste dag zou blijken of dat het gewoon doorging.
Met het krijt nog op haar handen schreef zij -uiteraard fictief- over een ingewikkeld ontluikende relatie met die ene leerling.
Langer ontkennen had geen zin. Hij schreef zich in bij e-matching. Maar in zijn hoofd waren ze nog gelukkig.